Background Image

Oprecht

gefocust

Werken bij de concurrent – het concurrentiebeding en matiging van de boete

Het concurrentiebeding heeft aan belangstelling niet te klagen. Vorige week was in het nieuws dat bedrijven het concurrentiebeding gebruiken om personeel aan zich te binden in de krappe arbeidsmarkt. Wij schreven kort daarvoor een bijdrage over het concurrentiebeding. Een werknemer kreeg een serieuze boete opgelegd, omdat hij het concurrentiebeding had overtreden. Nu opnieuw een recente uitspraak waar de werkgever een boete claimde van een oud-werknemer en waarvan de kantonrechter aangaf dat toewijzing van die boete zou leiden tot een bedrag van € 892.500,00.

Sloopbedrijf Foekens
Foekens is een bedrijf dat zich bezighoudt met sloopwerkzaamheden en asbestsaneringen. Met ingang van 1 april 2017 kwam werknemer Henk in dienst als bouwplaats medewerker. Henk kreeg een contract voor onbepaalde tijd. In de arbeidsovereenkomst stond een concurrentie- en relatiebeding met de volgende tekst:

“De Werknemer zal zich gedurende een periode van 1 jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst onthouden van het verrichten van betaalde dan wel onbetaalde werkzaamheden, direct dan wel indirect, zelfstandig dan wel in loondienst, voor of ten behoeve van cliënten/relaties met wie Foekens tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst zakelijke contacten heeft onderhouden, alsmede van alle overige werkzaamheden en activiteiten – waaronder mede gegrepen een financiële betrokkenheid bij dergelijke activiteiten – die concurrerend zijn of kunnen zijn met de activiteiten van Foekens en/of aan haar gelieerde ondernemingen, een ander behoudens de uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Foekens.”

Boeteclausule en opzegging
Aan het concurrentiebeding was een boeteclausule gekoppeld. Als Henk het concurrentiebeding zou overtreden, is hij een boete van € 5.000,-- per overtreding verschuldigd aan Foekens en een bedrag van € 2.500,-- per dag dat de overtreding voortduurt. Henk had een jaar later een andere baan gevonden. Hij heeft zijn arbeidsovereenkomst met Foekens opgezegd per 1 december 2018. Foekens heeft Henk laten weten dat ze nog geld van hem kregen in het kader van studiekosten. Ook is Henk erop gewezen dat het concurrentiebeding van kracht is.

Break Down Sloopsupport
Henk ging met ingang van 1 december 2018 werken bij Break Down Sloopsupport B.V. Dit bedrijf is gespecialiseerd in asbestsanering en asbestverwijdering. Foekens kwam daar snel achter en stuurde op 10 december 2018 gelijk een brief naar Henk. De mededeling was simpel. Henk moest € 5.000,-- betalen plus € 2.500,-- voor iedere dag dat hij bij Break Down bleef werken. Henk reageerde niet en betaalde niet. Foekens stapte naar de rechter.

Geldig concurrentiebeding
Volgens Henk was het concurrentiebeding niet geldig. De tekst van het beding was volgens Henk te ruim geformuleerd. De kantonrechter maakt daar korte metten mee. Het concurrentiebeding is voldoende duidelijk. Het is niet nodig dat er een geografische beperking in het beding moet staan. Ook is het niet van belang of Foekens een zwaarwegend belang van het beding heeft. Foekens en Henk waren namelijk een contract voor onbepaalde tijd aangegaan.

Directe concurrent?
Ook gaf Henk aan dat Break Down geen directe concurrent van Foekens is. Hij zou het beding daarom niet hebben overtreden. Tijdens de zitting erkende Henk wel dat Foekens ook asbestsaneringswerkzaamheden heeft uitgevoerd. Al met al is het snel duidelijk dat Break Down wél een concurrent is van Foekens. Henk heeft het beding overtreden. De grootste vraag was hoeveel dat Henk ging kosten.

€ 892.500,00
In die procedure vorderde Foekens onder andere de betaling van de € 5.000,-- voor overtreding van het concurrentiebeding en € 2.500,-- voor iedere dag dat Henk in overtreding was. Volgens de kantonrechter zou het gaan om een totaalbedrag van € 892.500,00. Daarbij ging de kantonrechter uit van 355 dagen keer het bedrag van € 2.500,00. De kantonrechter was daar duidelijk over en oordeelde dat dit tot een onaanvaardbaar resultaat zou leiden. De kantonrechter ziet aanleiding om de boete te matigen. De kantonrechter weegt daarbij de volgende twee punten mee:

  • Henk heeft een beperkt inkomen.
  • Het is niet gebleken dat Foekens door de schending van het concurrentiebeding schade heeft geleden.

€ 4.000,00
Op grond van deze punten matigt de kantonrechter de boete tot een bedrag van € 4.000,--. Dit is een bedrag gelijk aan ongeveer twee maandsalarissen van Henk. Volgens de kantonrechter gaat hier een signaal vanuit voor andere werknemers om niet in strijd te handelen met het concurrentiebeding.

Apart
Het is apart dat de kantonrechter de boete zo enorm matigt. Zeker omdat de kantonrechter maar twee omstandigheden noemt die meespeelden bij de matiging. Een belangrijk punt is hierbij dat de werknemer zelf zijn contract had opgezegd om bij Break Down te gaan werken. Verder lag het voor de hand om dan in ieder geval een bedrag van € 5.000,-- toe te wijzen. Gewoon het bedrag voor de overtreding op zich. En het is maar zeer de vraag of een dergelijk bedrag echt het signaal afgeeft dat je als werknemer moet oppassen. Dit zijn acceptabele risico’s voor werknemers en hun nieuwe werkgevers. Daar kun je een werknemer nog eens voor ‘wegkopen’.

De volledige uitspraak van de kantonrechter in Zaanstad van 25 juli 2019 kunt u hier lezen.

Deel deze blog