Accountant of boekhouder – luisteren naar de curator?
Als een (rechts)persoon failliet is, wordt er een curator aangesteld. Als het een bedrijf is dat failliet wordt verklaard, kijkt de curator ook of er personeel bij het bedrijf in dienst is. Het personeel zal worden ontslagen. De curator wil beschikken over de arbeidsovereenkomsten en salarisspecificaties. Een accountant of boekhouder speelt daarbij met regelmaat een rol. Die zal toegang moeten verschaffen tot deze informatie.
Wat gebeurt er als je als accountant of boekhouder of administratiekantoor weigert medewerking te geven aan de curator?
Faillissement en verzoek aan administratiekantoor
Op 9 januari 2024 werd een bedrijf failliet verklaard. Op 31 januari 2024 stuurde de curator een e-mail naar de bestuurder van een belastingadviesbureau en administratiekantoor. De strekking van de e-mail? De curator had begrepen dat hij voor de loonadministratie contact kon opnemen met het administratiekantoor. De werknemers van het failliete bedrijf hadden geen salaris ontvangen als gevolg van het faillissement. Die werknemers gingen naar het UWV voor een faillissementsuitkering. Daarvoor waren gegevens vereist. De curator verzocht om toegang tot de digitale salarisadministratie.
Niet kosteloos helpen
Het administratiekantoor reageerde naar de curator. Op zich was er – zo lijkt het – bereidheid om de curator te helpen, maar niet kosteloos. Volgens het administratiekantoor heeft het failliete bedrijf al een aardig serieuze openstaande schuld bij het kantoor. Meer kosten maken wil het administratiekantoor niet.
Verwijzing naar artikel 105b Faillissementswet
De curator nam geen genoegen met dat antwoord en vroeg opnieuw om de informatie. Daarbij wees de curator op artikel 105b Faillissementswet (Fw). Maar daarmee trok de curator het administratiekantoor niet over de streep. Er volgde geen toegang en geen stukken zoals gevraagd.
Wat staat er in artikel 105b Fw? De tekst luidt als volgt:
“Artikel 105b Faillissementswet
1. Derden met inbegrip van accountantsorganisaties en een externe accountant, die in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, op welke wijze dan ook, de administratie van de gefailleerde geheel of gedeeltelijk onder zich hebben, stellen die administratie en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers desgevraagd volledig en ongeschonden aan de curator ter beschikking, zo nodig met inbegrip van de middelen om de inhoud binnen redelijke tijd leesbaar te maken.
2. In afwijking van artikel 60 kunnen derden geen beroep op een retentierecht doen ten aanzien van de administratie van de gefailleerde die zij in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, op welke wijze dan ook, onder zich hebben als de curator die administratie op grond van het eerste lid heeft opgevraagd.
3. Elk beding dat strijdig is met het bepaalde in het eerste of tweede lid is nietig.”.
Kort geding curator
De curator startte een kort geding. De inzet was dat het administratiekantoor werd veroordeeld om binnen twee dagen alle administratie (met name ook loonadministratie) aan de curator ter beschikking te stellen. Hier moest een dwangsom aan gekoppeld worden voor het geval dit kantoor geen medewerking zou verlenen. De curator baseerde zijn vorderingen op artikel 105b lid 2 Fw zoals hierboven is beschreven. Ook voerde de curator artikel 92 Fw aan waarin staat dat de curator alle bescheiden en andere gegevensdragers van de gefailleerde onder zich dient te nemen.
Oordeel voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter overweegt eerst dat de curator een spoedeisend belang bij zijn vorderingen heeft. Daarna ging het naar de inhoud. De voorzieningenrechter verwees naar artikel 92 Fw en 105b Fw. De voorzieningenrechter voegt daar nog aan toe dat derden (zoals bijv. een accountant of administratiekantoor) geen beroep toekomt op een retentierecht. Dat is het recht om bijv. spullen onder je te houden totdat een ander aan zijn verplichting heeft voldaan.
De voorzieningenrechter oordeelde onder meer (rechtsoverweging 4.5):
De voorzieningenrechter volgt [gedaagde] hierin niet. De verplichting tot afgifte op grond van artikel 105b Fw geldt mede voor stukken die van de klant ( [onder curatele] ) zijn en voor stukken die de derde ( [gedaagde] ) in opdracht van de klant heeft vervaardigd en/of bewerkt. Voor het kunnen uitoefenen van zijn wettelijke taak – het doen van onderzoek naar de achtergronden en de oorzaken van het faillissement en het te gelde maken van mogelijke activa – heeft de curator immers belang bij alle stukken die tot de administratie van [onder curatele] behoren. Niet tot de administratie behoren interne aantekeningen en/of berekeningen van [gedaagde] : die behoren misschien tot het dossier dat [gedaagde] van [onder curatele] heeft, maar niet tot de administratie, zodat zij die niet op grond van artikel 105b Fw hoeft af te geven aan de curator.
Kortom, de argumenten van het administratiekantoor gaan van tafel. Het kantoor is verplicht om de loonadministratie aan de curator af te geven. De dwangsom wordt ook toegewezen. Daarbij krijgt het administratiekantoor vijf werkdagen om vrijwillig nog aan het vonnis te voldoen.
Niet verrassend
Dit oordeel in het kort geding is geen verrassende uitspraak. Wel weer een duidelijke uitspraak en iets om goed te onthouden. Zeker als je accountant of boekhouder bent of een administratiekantoor hebt. Het is nu eenmaal een mogelijkheid dat een klant failliet gaat. Zorg er dan voor dat er goede afspraken liggen.
Zorg ervoor dat je constructief de door de curator benodigde gegevens kunt aanleveren. En nee, dat hoeven niet alle gegevens te zijn. Er blijft gewoon ruimte om bijvoorbeeld interne aantekeningen zelf te bewaren.
En misschien een wat simpele: zorg dat te midden van een constructieve relatie met je klanten er ook aandacht is en blijft voor het tijdig betalen van facturen door die klanten.
De uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen (ECLI:NL:RBGEL:2024:1345) kunt u hier lezen.
Post & Bouter Advocaten in Barneveld
Ondernemingsrecht