Background Image

Oprecht

gefocust

Het ontslag van een bestuurder van een stichting

Een stichting wordt vaak bestuurd door één of meer bestuurders. Dit kunnen betaalde krachten zijn maar ook vrijwilligers. In ieder geval zullen de bestuurders moeten handelen in het belang van de stichting. De inzet van goede bestuurders is van essentieel belang voor non-profit organisaties. Mensen met hart voor de zaak. Hart voor het doel van de stichting. Alles staat in het teken van dat doel. Wat nu als er toch problemen ontstaan met een bestuurder?

We gaan in deze bijdrage in op het ontslag van een bestuurder van een stichting aan de hand van de recente casus die speelde bij de stichting Mobiliteit voor Iedereen (MVI).  

Artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek (BW)

Bij het ontslag van een bestuurder van een stichting speelt artikel 2:298 BW een grote rol. Ook in de procedure tegen de bestuurders van MVI. Daarom eerst de tekst van dit wetsartikel: 

Artikel 2:298 BW

1. Een bestuurder kan op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie door de rechtbank worden ontslagen wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen, wegens ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan het voortduren van zijn bestuurderschap in redelijkheid niet kan worden geduld of wegens het niet of niet behoorlijk voldoen aan een door de voorzieningenrechter van de rechtbank ingevolge artikel 297 gegeven bevel.
2. De rechtbank kan, hangende het onderzoek, voorlopige voorzieningen in het bestuur treffen en de bestuurder schorsen.
3. Een door de rechtbank ontslagen bestuurder kan gedurende vijf jaar na het ontslag geen bestuurder of commissaris van een stichting worden, tenzij de bestuurder mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt.
4. Het in de voorgaande leden bepaalde is van overeenkomstige toepassing op commissarissen.

Stichting Mobiliteit voor Iedereen

De stichting MVI zorgt ervoor dat kwetsbare ouderen gratis gebruik kunnen maken van een zorgbus om bij hun dagbesteding te komen. Ook helpt de stichting zorginstellingen aan een financieel aantrekkelijke zorgbus. Er werd bij de stichting echter een miljoenenfraude ontdekt. De (inmiddels) voormalig directeur zou meer dan 1,5 miljoen euro naar zichzelf hebben overgemaakt. En toen ging het snel. De Belastingdienst maakte een einde aan de ANBI-status. Een politieonderzoek werd opgestart. Er werd aangifte gedaan. 

Openbaar Ministerie (OM) start procedure

Ook het OM verscheen op het toneel. Het OM diende een verzoekschrift in bij de rechtbank in Breda om te komen tot het ontslag van twee bestuurders van stichting MVI. Dat verzoekschrift baseerde het OM op artikel 2:298 BW (zie hierboven de wettekst). Volgens het OM is het simpel: de bestuurder heeft veel geld aan de stichting onttrokken en daarmee zijn bestuurstaak ernstig verwaarloosd. 

Beoordeling rechtbank & tussentijdse ontwikkeling

De rechtbank had geen uitvoerige uitspraak nodig in deze zaak. De rechtbank verwees eerst naar het juridisch kader van artikel 2:298 lid 1 BW. Ook verwees de rechtbank naar lid 3 van dat artikel waarin staat dat bestuurders een bestuursverbod kunnen krijgen voor een periode van vijf jaar. 

Er was alleen een tussentijdse ontwikkeling. De bestuurder die verdacht wordt van die grote fraude was al bezig met het zoeken van nieuwe bestuursleden. En per 12 mei 2022 zouden er twee nieuwe bestuursleden worden benoemd en zouden de twee bestuursleden die betrokken zouden zijn bij de fraude hun ontslag indienen.

Het OM liet de rechtbank weten dat het verzoek van het ontslag van de twee ‘foute’ bestuurders geen belang meer had. De twee mensen waren al vertrokken als bestuurslid én er waren twee nieuwe bestuursleden aangetreden per 11 mei 2022. Maar het OM zette de procedure wel door om een bestuursverbod te krijgen en om formeel het ontslag van de twee als bestuurders bevestigd te krijgen. 

Bestuursverbod + afwijzing verzoek OM

De rechtbank ontsloeg de twee ‘foute’ bestuurders van de stichting MVI. Deze twee mensen kregen een bestuursverbod opgelegd. Voor de duur van vijf jaar mogen deze twee mensen geen bestuurder of commissaris van een stichting worden. Een forse sanctie. 

Zorg dat je het goed voor elkaar hebt

Het is een heldere uitspraak van de rechtbank. Een uitspraak die valt onder de nieuwe regelgeving sinds 2021 met de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). Daar schreven we eerder al over. Met die WBTR wijzigde er ook iets in de ontslagmogelijkheden van de bestuurder van een stichting. Maar wat moet je nu vooral meenemen uit deze uitspraak van de stichting MVI? Zorg dat je het als stichting en non-profit organisatie gewoon goed voor elkaar hebt. Naar aanleiding van deze uitspraak lichten we er twee dingen uit:

  1. Stichting MVI kende alleen een bestuur. Er was geen toezichthoudend orgaan, zoals de raad van toezicht. Nu moest een oud-bestuurder van deze stichting actie ondernemen tegen de ‘foute’ bestuurders. Heeft uw stichting dit ook nog? Maak dan concreet werk van governance en toezicht. Toezichthouders hebben mogelijkheden om de bestuurder te ontslaan als er bijv. wanbeleid is. Regel ook goede afspraken bij afwezigheid van een bestuurder (belet of ontstentenis). 
  2. Zorg dat er evenwicht is tussen de bestuurder(s) en de toezichthouders. Zorg voor goede en regelmatige onderlinge contacten zodat je weet wat er speelt. En nee, dat is geen garantie dat er nooit fouten ontstaan. Er blijven altijd mensen die kennelijk hun eigen voordeel het belangrijkste vinden. Maar door bevoegdheden goed vast te leggen en overleg te hebben en praktisch werk te maken van governance wordt de kans op wanbeleid e.d. veel kleiner. Op positiever geformuleerd: er is een positieve sfeer waarbinnen iedereen vol werkt voor het doel van de stichting. 

De uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 12 mei 2022 (ECLI:NL:RBZWB:2022:2620) kunt u hier lezen

Post & Bouter Advocaten in Barneveld
Ondernemingsrecht
Verenigingen – stichtingen – non-profit organisaties

Deel deze blog