Background Image

krachtig in de zaak

soepel in de vorm

Het ontslag van een predikant – ontslagbescherming of niet? Over de NGK Hattem, predikant Gort en de arbeidsovereenkomst

Al ruim tien jaar loopt er een geschil tussen een predikant (dominee P. Gort) en de Nederlands Gereformeerde Kerk Hattem (NGK Hattem). Heel kort door de bocht gaat het om de vraag of deze predikant een arbeidsovereenkomst heeft of niet. De procedure loopt nu bij Hoge Raad, de hoogste rechterlijke instantie in Nederland. Enkele maanden geleden werd de conclusie van de procureur-generaal bij de Hoge Raad gepubliceerd. Dit is een advies aan de Hoge Raad hoe de Hoge Raad in deze zaak zou moeten gaan oordelen. Dat oordeel wordt met belangstelling verwacht. Om meer inzicht te krijgen in wat er in die zaak speelt, gaan wij verder in op de procedure. In deze bijdrage gaat het om de procedure in eerste aanleg en het vonnis van de rechtbank Zutphen. 

Wat speelde er nu in Hattem?
Op 15 januari 2009 verstuurde de NGK Hattem een brief waarin een voorgenomen besluit tot ontslag van de predikant stond. Dat voorgenomen besluit is vervolgens in de kerkelijke molen terechtgekomen en behandeld in een regiovergadering. Ondertussen had de NGK Hattem op 18 augustus 2009 voor de zekerheid een (voorwaardelijk) verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de predikant ingediend bij de rechtbank. De kerkelijke procedure liep toen door. En daarom is besloten om het ontbindingsverzoek bij de rechter aan te houden in afwachting van duidelijkheid in de kerkelijke procedure.

Kerkelijk besluit tot ontslag
Op 10 september 2009 is het voorgenomen besluit omgezet in een besluit. Dominee Gort zou worden ontslagen. Hij heeft op 24 september 2009 beroep ingesteld tegen dat besluit, maar dat heeft hem niet verder geholpen. Uiteindelijk is de predikant met ingang van 1 mei 2010 ontslagen door de NGK Hattem.

Voorwaardelijk ontslag rechtbank
Toen het kerkelijk besluit genomen was, is ook het voorwaardelijk ontbindingsverzoek dat door de NGK Hattem was ingediend bij de rechtbank verder behandeld. De rechtbank nam op 2 september 2010 een beslissing. Voor het geval er sprake zou zijn van een arbeidsovereenkomst tussen de predikant en de NGK Hattem, heeft de rechtbank die overeenkomst ontbonden met ingang van 1 oktober 2010. De predikant ging in hoger beroep tegen die ontbinding. Maar op 31 januari 2012 verwierp het gerechtshof in Arnhem het beroep van Gort.

Kennelijk onredelijk ontslag
Dat was voor dominee Gort reden om een nieuwe procedure te starten bij de kantonrechter in Zutphen. De predikant vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de NGK Hattem de arbeidsovereenkomst met hem kennelijk onredelijk heeft opgezegd.

Kernvraag – arbeidsovereenkomst of niet
De kernvraag voor de kantonrechter is of de rechtsverhouding tussen de NGK Hattem en de predikant een arbeidsovereenkomst is in de zin van artikel 7:610 BW. Want je kunt pas een procedure starten op grond van kennelijk onredelijk ontslag als je een arbeidsovereenkomst hebt. De kantonrechter kan die vraag niet alleen beantwoorden door naar het arbeidsrecht te kijken. De NGK Hattem is een kerkgenootschap en heeft eigen regels die van belang zijn. De verhouding tussen een kerk en een geestelijke is vooral een interne rechtsverhouding.

Terughoudendheid
De kantonrechter verwees naar de scheiding tussen kerk en staat. Rechters moeten terughoudend zijn in de beoordeling van door een kerk vastgestelde regelingen. Met die terughoudendheid in het achterhoofd gaat de kantonrechter verder. De kantonrechter verwijst naar artikel 1 van de WAP-richtlijn (zie hieronder) waar duidelijk staat dat de verbondenheid tussen de predikant en de gemeente geen arbeidsovereenkomst is. De vraag is dan of die regeling in strijd is met de wet. De kantonrechter oordeelt van niet. De wet (artikel 2:2 lid 2 BW) voorziet juist in de mogelijkheid dat een kerkgenootschap door het opstellen van een eigen statuut een andere invulling geeft aan een werkrelatie dan bijvoorbeeld een andere organisatie zou doen. De kantonrechter wijst de vorderingen van de predikant – die gebaseerd zijn op het bestaan van een arbeidsovereenkomst – af.

Link naar uitspraak kantonrechter inzake NGK Hattem en ds. Gort
De einduitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Zutphen van 17 oktober 2012 kunt u hier lezen. In de uitspraak staat nog uitvoeriger beschreven welke regels en afspraken er gelden binnen de NGK. 

Hieronder nog een overzicht van wat relevante bepalingen die een rol speelden. Dit ook allemaal weergeven in de blog.

NGK Hattem
De NGK Hattem is een kerkgenootschap in de zin van artikel 2:2 Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur van deze kerk wordt gevormd door de kerkenraad. Een predikant (voorganger) maakt weer onderdeel uit van die kerkenraad. In de wet staat dat kerkgenootschappen worden geregeerd door hun eigen statuut. Dit betekent dat kerkgenootschappen eigen regels kunnen opstellen. Ook de NGK had eigen regels opgesteld.

Akkoord van Kerkelijk Samenleven
Allereerst was er het Akkoord van Kerkelijk Samenleven (AKS). Twee belangrijke artikelen uit het AKS 2007 die in de procedure een rol speelden zijn deze: 

  • Artikel 9 Levensonderhoud van een predikant
    Een gemeente voorziet haar predikant van behoorlijk levensonderhoud, ook indien deze door ziekte, ouderdom of soortgelijke oorzaak niet meer in staat is zijn ambtelijk werk te verrichten, en na diens overlijden zijn weduwe en wezen. (…)
  • Artikel 10 Ontslag van een predikant om gewichtige redenen

Een predikant die naar het oordeel van de kerkenraad om gewichtige, maar niet tuchtwaardig makende redenen zijn gemeente niet langer kan dienen, wordt ontslag verleend overeenkomstig de "Procedure voor ontslag van een predikant om gewichtige redenen”.  (…)

WAP-richtlijn
Daarnaast was er de zogenaamde WAP-richtlijn. Of voluit de ‘Richtlijnen voor de voorwaarden behorende bij de verbintenis tussen gemeente en predikant ten behoeve van de vervulling van het predikantsambt’. Onder meer de volgende artikelen uit deze WAP-richtlijn speelden een rol in de procedure: 

  • “Artikel 1 Verbondenheid tussen predikant en gemeente
    • lid 1 Predikant is degene die overeenkomstig art. 5 tot en met 8 Akkoord voor Kerkelijk Samenleven (AKS) aan een gemeente is verbonden. Deze verbondenheid is vastgelegd in een beroepingsbrief.
    • lid 2 De beroepingsbrief vermeldt de werkzaamheden (dienst of opdracht) die de predikant verricht voor de gemeente, conform art. 11 AKS en de financiële vergoeding die de gemeente aan de predikant toekent als behoorlijke voorziening in het levensonderhoud conform art. 9 AKS.
    • lid 3 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente is geen arbeidsovereenkomst.
    • lid 4 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente impliceert dat die gemeente verantwoordelijk is voor het behoorlijk levensonderhoud van die predikant.
  • Artikel 7 Bestendiging van de verbondenheid predikant/gemeente
    • lid 1 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente eindigt niet:
      • a door arbeidsongeschiktheid die zodanig is dat de predikant niet meer (geheel) in staat is zijn werkzaamheden te verrichten;
      • b door emeritering;
    • (…)
  • Artikel 8 Beëindiging van de verbondenheid predikant/gemeente
    • lid 1 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente eindigt door ontslag:
      • a (…)
      • b wegens gewichtige redenen, niet zijnde tuchtwaardig gedrag, op het moment van het ontslag, met inachtneming van het gestelde in art. 12.
      • c op verzoek van de predikant, op een in onderling overleg vast te stellen moment.
    • lid 2 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente eindigt door afzetting op grond van art. 30 AKS wegens onschriftuurlijke leer of openbare grove zonde, op het moment van afzetting, met inachtneming van het gestelde in art. 13.
  • Artikel 10 Ontslag wegens gewichtige redenen
    • lid 1 Ontslag wegens gewichtige redenen kan slechts plaats vinden indien deze redenen zodanig gewichtig zijn dat de predikant de gemeente niet langer kan dienen. Onder zodanige redenen worden o.a. verstaan opheffing van de gemeente, economische redenen, ernstige vertrouwensbreuk en disfunctioneren.
    • lid 2 Alvorens ontslag wegens gewichtige redenen kan plaats vinden, dienen predikant en kerkenraad zich in te spannen een oplossing te bewerkstelligen. Daarbij hebben beiden het recht om zich te wenden tot de Landelijke Vertrouwens- en Advies Commissie (VAC).
    • lid 3 Indien geen oplossing, anders dan ontslag, wordt bereikt, vraagt de kerkenraad advies aan de Landelijke Adviescommissie WAP. De adviesaanvraag heeft betrekking op:
      • de civielrechtelijke aspecten van het voorgenomen ontslag;
      • de financiële regeling die getroffen wordt.
    • lid 4 De regionale vergadering, die het ontslag van de predikant op grond van art. 10 AKS goedkeurt, betrekt bij haar overwegingen het advies van de Landelijke Adviescommissie WAP. De regionale vergadering kan van dit advies gemotiveerd afwijken. De motivering voor de afwijking wordt schriftelijk aan betrokkenen medegedeeld.
  • Artikel 12 Financiële regeling bij ontslag wegens gewichtige redenen
    • lid 1 Bij een ontslag wegens gewichtige redenen treft de kerkenraad een financiële regeling ter voorziening in het levensonderhoud van de predikant.
    • lid 2 De financiële regeling wordt ter goedkeuring aan de regionale vergadering voorgelegd.
    • lid 3 De financiële regeling bevat in ieder geval bepalingen omtrent een aan de predikant toe te kennen uitkering na het ontslag en voorwaarden voor het bewonen en verlaten van een eventuele ambtswoning.
    • lid 4 Bij de vaststelling van de duur en de hoogte van de uitkering wordt tenminste gehandeld conform de regels van de werkloosheidswetgeving.
    • lid 5 Indien de predikant op de datum van het ontslag de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, geldt in aansluiting van de regeling in lid 3 en 4 een financiële regeling, die ten minste bevat wat geregeld is in de IOAW (Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers).

Procedure-richtlijn voor ontslag om gewichtige redenen
Tot slot verwees de WAP-richtlijn naar een document waarin de regels stonden hoe je een predikant kon ontslaan vanwege gewichtige redenen. In deze richtlijn stonden spelregels die gelden bij ontslag van een predikant. Het ging dan onder meer om deze regels: 

  • Artikel 1 Voornemen kerkenraad

De kerkenraad van de gemeente die voornemens is de predikant wegens gewichtige redenen te ontslaan, stelt de predikant schriftelijk in kennis van dit voornemen. Het voornemen dient tenminste te bevatten:

  1. de motivering van de beslissing,
  2. de datum waarop het ontslag zal ingaan,
  3. een voorstel voor een financiële regeling als bedoeld in art. 12 WAP-richtlijn,
  4. de mededeling dat advies zal worden gevraagd aan de Landelijke Adviescommissie WAP,
  5. de mededeling dat de predikant zich van een raadsman/vrouw kan voorzien, die tevens als gemachtigde van de predikant kan optreden,
  6. een verantwoording van het gevoerde beleid om ontslag te voorkomen.
  • Artikel 2 Verweer predikant
    • lid 1 De predikant kan binnen veertien dagen na ontvangst van het voornemen schriftelijk verweer indienen bij de kerkenraad.
    • lid 2 De termijn kan al dan niet op verzoek van de predikant met veertien dagen worden verlengd.
    • lid 3 Indien de predikant zich laat vertegenwoordigen wordt een ondertekende machtiging bij het verweer gevoegd.
  • Artikel 7 Instellen beroep
    • lid 1 De predikant en de kerkenraad kunnen tegen het besluit van de regionale vergadering binnen twee weken na ontvangst van het besluit beroep instellen bij de Landelijke Vergadering.
    • lid 2 Zolang beroep op de Landelijke Vergadering openstaat of een beroepsprocedure bij de Landelijke Vergadering loopt, kan de kerkenraad niet overgaan tot ontslag.
    • lid 3 Indien het onderwerp van geschil alleen de financiële regeling is vragen partijen een oordeel aan een door beiden aan te wijzen deskundige. Het oordeel van de deskundige is bindend.

Deel deze blog