Hier met die container – over retentierecht, faillissement en staalbouw
Je hebt een mooie klus gedaan voor een opdrachtgever. Dan kom je er achter dat het bedrijf in financiële problemen verkeert. De betaling van je factuur staat op het spel. Dan kun je allerlei dingen gaan doen. Je gaat procederen, je schort je werk voor deze opdrachtgever op of je gaat een retentierecht uitoefenen. Maar heeft het dan wel zin? Ineens komt het bericht dat de opdrachtgever failliet is gegaan. En dan?
BSB Staalbouw failliet
Vorig jaar werd BSB Staalbouw failliet verklaard. Er waren veel partijen die nog geld kregen van de bruggenbouwer. Zo ook Jongema Transport uit Drachten. Dit transportbedrijf had werk uitgevoerd in opdracht van BSB. Een kleine week voor het faillissement van BSB kreeg het transportbedrijf door dat het slecht ging met BSB. En Jongema Transport dacht slim te zijn.
Container meegenomen
Jongema moest containers van BSB ophalen bij een terrein van Rijkswaterstaat. En wat doe je dan? Precies. Je neemt één container gewoon mee naar je eigen terrein. Zo gebeurde het. Jongema had op haar eigen terrein een container van BSB staan. Dat vond BSB niet leuk en bij de politie werd aangifte gedaan.
Retentierecht container
Het transportbedrijf vond dat er niks verkeerds was gegaan. Zij beriep zich op een retentierecht. Een retentierecht is een recht van de schuldeiser (iemand die nog geld krijgt) om een goed (zoals een container) onder zich te houden en te bewaren totdat de schuldenaar (iemand die moet betalen) heeft betaald. Simpel gezegd: een retentierecht is een drukmiddel.
Curator wil container
De curator van het failliete BSB wilde de container terug en eiste dit op. Maar dat ging niet zo makkelijk en snel. En dus startte de curator een procedure. Waarom? Hij wilde de container terug om te kunnen verkopen. Zo stonden partijen tegenover elkaar bij de rechtbank in Leeuwarden. Daar gaf het transportbedrijf toe dat de container terug moest. De curator heeft op grond van de Faillissementswet het recht om de container op te eisen (voor de liefhebben, artikel 60 lid 2 van deze wet).
Dure container
De rechter veroordeelde het transportbedrijf om de container aan de curator af te geven. Binnen twee dagen. Zo niet, dan gaat een dwangsom lopen. Het transportbedrijf kreeg geen tegemoetkoming voor de opslag van de container. En ze moeten de proceskosten aan de curator betalen. Al met al een dure container. Bovendien zal de advocaat van het transportbedrijf ook niet voor niets gewerkt hebben..
Frustratie
Je vraagt je af waarom dit niet gewoon buiten een procedure om kon worden opgelost. Misschien dat er bij het transportbedrijf de nodige (waarschijnlijk terechte) frustratie was dat er veel werk was verricht zonder dat er was betaald.
Als je retentierecht uitoefent moet je goed weten wat je doet. En als een curator zaken opeist na faillissement moet je goed kijken naar je eigen positie én die van de curator.
De uitspraak van de voorzieningenrechter van 2 mei 2018 in deze zaak leest u hier.