Oprecht

In heel veel arbeidsovereenkomsten staat een non-concurrentiebeding. Dat beding verbiedt de werknemer om tijdens of na de arbeidsovereenkomst te concurreren met de werkgever. Als de werknemer het beding overtreedt, moet die een forse boete betalen aan de werkgever.

Ontmoedigen non-concurrentiebeding

Onderzoek van het Ministerie van Sociale zaken maakt duidelijk dat een non-concurrentiebeding door werkgevers vaak óók wordt gebruikt om personeel vast te houden. Daar is het beding in principe niet voor bedoeld. Sindsdien wordt er in Den Haag gewerkt aan het ontmoedigen van het non-concurrentiebeding. 

Vanaf 1 januari 2015 is het non-concurrentiebeding dat in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt opgenomen, al niet zomaar meer geldig. Voor de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wil men het non-concurrentiebeding ook gaan beperken. Daarvoor zijn al wetswijzigingen voorgesteld:

• Het non-concurrentiebeding wordt in tijd begrensd tot één jaar;
• Het geografisch bereik moet in het beding zijn opgenomen, gespecificeerd en gemotiveerd;
• Het beding moet gemotiveerd worden met een zwaarwichtig bedrijfsbelang, net als bij de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd al geldt;
• Bij het inroepen van het beding moet de werkgever een vergoeding betalen aan de betreffende werknemer.

Als deze wijzigingen uiteindelijk wet worden, wordt het voor werkgevers dus veel moeilijker om concurrentie door een (ex-)werknemer te beperken en bestraffen.

Maar boven op die vergaande voorstellen is nu een nog verdergaande motie aangenomen. Die motie houdt in dat een overeengekomen non-concurrentiebeding niet geldt voor werknemers die minder dan 1,5 keer een modaal salaris verdienen.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Als al die plannen worden omgezet in wetgeving, zul je als werkgever je onderneming vooral via het geheimhoudingsbeding moeten beschermen. Dat biedt ook voldoende mogelijkheden, maar geeft je een minder gunstige positie dan een goed en geldig non-concurrentiebeding met boetebepaling.

In de rechtspraak zien wij tot nu toe nog weinig terug van deze negatieve sfeer rondom het non-concurrentiebeding. Een goed non-concurrentiebeding bewijst daar nog steeds zijn meerwaarde. Een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onderstreept dat. In die kwestie had de werkgever geen non-concurrentiebeding opgenomen, en bleef met lege handen achter terwijl twee ex-werknemers ongestraft hun nieuw gestarte onderneming dreven in hun oude werkgebied. Een goed non-concurrentiebeding met boete had de werkgever daar in een veel betere positie gebracht.

Post & Bouter Advocaten in Barneveld
Arbeidsrecht | Non-concurrentiebeding