Background Image

krachtig in de zaak

soepel in de vorm

Ontbinden of opzeggen? Over het beëindigen van de aannemingsovereenkomst

Als opdrachtgever ben je helemaal klaar met het slechte werk van de aannemer. Of als aannemer ben je het irritante gedrag van de opdrachtgever zat. Er is maar één oplossing; afscheid nemen en een einde breien aan de aannemingsovereenkomst. Maar hoe doe je dat dan? Gewoon een simpel briefje waarin je aangeeft dat je de stekker er uit trekt? Pas op hoe je een beëindiging formuleert! Een opzegging is wat anders dan een ontbinding en andersom. Een recente uitspraak van de kantonrechter in Utrecht maakt dit goed duidelijk.

Verduurzamen en stekker eruit
Mensen wilden hun woning laten verbouwen en verduurzamen. Zij maakten afspraken met een bedrijf. Er ontstond een discussie over de levering en installatie van een warmtepomp. Voor de opdrachtgever duurde het te lang. Die stuurde een mailtje naar de aannemer met daarin onder meer de tekst: “We hebben helaas geen vertrouwen meer in de oplossing en zien ons dus genoodzaakt om de stekker er definitief uit te trekken (…)”.
 
Gedeeltelijke ontbinding       
Zes dagen na die mail stuurde de advocaat van de opdrachtgever er nog een brief overheen richting de aannemer. Namens de opdrachtgever werd de aannemingsovereenkomst gedeeltelijk ontbonden voor het leveren en installeren van de warmtepomp. De aannemer was daar niet blij mee. Die startte en procedure en vorderde een groot deel van de overeengekomen aanneemsom.
 
Of toch een opzegging?
De aannemer vond dat zijn opdrachtgever de aannemingsovereenkomst had opgezegd. Want de advocaat van zijn opdrachtgever had de aannemer geen gelegenheid willen geven om het werk af te ronden. En daarom moest de opdrachtgever de nog niet betaalde aanneemsom (verminderd met besparingen) betalen. Zie daar de discussie. Was de overeenkomst nu opgezegd of ontbonden? De aannemer wilde geld zien en baseerde zich op een opzegging. De opdrachtgever wilde van de rechter horen dat hij de overeenkomst gedeeltelijk had ontbonden.
 
Partijen kwamen er niet uit en dus moest de kantonrechter knopen gaan doorhakken.
 
Niet meer dan een…
De kantonrechter stelt vast dat uit de stukken niet meer volgt dan dat de opdrachtgever de overeenkomst heeft ontbonden. Dus is er geen sprake van een opzegging. Ook de bewuste e-mail waarin de opdrachtgever aankondigde om de stekker er uit te trekken moest niet worden gelezen als een opzegging. Zeker niet omdat de advocaat van de opdrachtgever kort daarna gelijk een verduidelijking gaf; we ontbinden de overeenkomst voor een deel.
 
Geen artikel 7:764 BW
In de wet staat (voor de liefhebber: artikel 7:764 BW) dat een opdrachtgever de aannemingsovereenkomst altijd mag opzeggen. Als een opdrachtgever dit doet moet hij de aanneemsom betalen min de besparingen van de aannemer. Nu stelde de kantonrechter vast dat het hier niet ging om een opzegging. En de aannemer had zijn vordering wel gebaseerd op die opzegging. Het gevolg? De vordering van de aannemer werd afgewezen. Daar ging de aanneemsom.
 
Geen tekortkoming – patstelling
Maar daarmee was de procedure nog niet klaar. De opdrachtgever wilde van de kantonrechter weten of hij de overeenkomst terecht had ontbonden of niet. Als je wilt ontbinden, dan moet er een tekortkoming zijn. Simpel gezegd, er moet iets niet helemaal goed zijn uitgevoerd. Volgens de kantonrechter was er nog tekortkoming op het moment dat de opdrachtgever via zijn advocaat de overeenkomst gedeeltelijk liet ontbinden. Dus ook de opdrachtgever had pech. Hij mocht niet ontbinden. Dus alle vorderingen werden afgewezen. Een patstelling. Partijen konden het verder lekker samen uitzoeken.
 
De volledige uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland van 28 februari 2018 kunt u hier lezen.
 
Kort stukje theorie
Dan nog even een kort stukje theorie over de twee mogelijkheden om een aannemingsovereenkomst te beëindigen en de gevolgen van die verschillende mogelijkheden.
 
Opzegging en gevolgen
Een opdrachtgever kan dus altijd de aannemingsovereenkomst opzeggen. Hierboven kwam al de wettelijke bepaling aan de orde. Maar ook in standaardvoorwaarden uit de bouw kom je een vergelijkbare bepaling tegen. Denk bijvoorbeeld aan paragraaf 14 van de UAV 2012. Wat gebeurt er dan na een opzegging? Dan moeten partijen hun samenwerking financieel gaan afwikkelen. De opdrachtgever betaalt de volledige aanneemsom, verminderd met de besparingen van de aannemer. Want een aannemer heeft natuurlijk besparingen als hij het werk niet hoeft uit te voeren. Kortom, een opzegging kan de opdrachtgever best veel geld gaan kosten.
 
Ontbinding en gevolgen
De andere optie is om de aannemingsovereenkomst te ontbinden. Ontbinding kan als er sprake is van een toerekenbare tekortkoming bij de andere partij. En de andere partij moet in verzuim zijn. Denk aan de aannemer die fouten maakt in het werk of bepaalde termijnen niet haalt. Of een opdrachtgever die erg laks is met het betalen van termijnen van de aanneemsom. Wat zijn de gevolgen van een ontbinding?
 
Vanaf het moment van ontbinding hoeven partijen over en weer geen verplichtingen meer na te komen. En voor alle verplichtingen die ze al wel zijn nagekomen geldt dat die ongedaan moeten worden gemaakt. Hoe ziet dat er concreet uit? De opdrachtgever kan vragen om terugbetaling van reeds betaalde termijnen. En de aannemer kan het al uitgevoerde werk afbreken. Dat laatste werkt in de praktijk natuurlijk vaak niet. Stel dat er al een gedeelte van een bedrijfspand of woning is gebouwd. Dan ga je dat niet meer slopen. Dat is onmogelijk. Je kijkt dan wat de waarde is van het door de aannemer verrichte werk. Dat moet betaald worden.
 
Slotsom. Let er dus op als je een aannemingsovereenkomst wilt beëindigen. Ga niet klakkeloos opzeggen of ontbinden. Maar check eerst of je aan de criteria voldoet en wat de gevolgen zijn.

Deel deze blog