Background Image

Oprecht

gefocust

Verzakking bij de buren door bouwwerkzaamheden: pech voor de buren of aansprakelijkheid voor de aannemer?

Tijdens het afzinken van een kelder verzakt het pand van de buren. Zo ernstig dat de scheuren erin schieten en de etalageruit barst. De buren spreken de aannemer en opdrachtgever aan tot vergoeding van de schade. Dat er iets niet goed is gegaan, is helder. Maar zijn de aannemer en/of opdrachtgever aansprakelijk?

De rechtbank en het gerechtshof wijzen vergoeding van de schade af. Dat iemand schade lijdt en dit komt door een ander, betekent niet altijd dat je recht hebt op vergoeding van je schade. Dat is vaste rechtspraak. 

Toch oordeelt de Hoge Raad in dit geval anders: de aannemer had de plicht (zorgvuldigheidsnorm) om het ontstaan van schade aan het pand van de buren te voorkomen. Als er ondanks zorgvuldige voorbereiding (toch) schade ontstaat, is het niet (altijd) gerechtvaardigd om de buren met schade te laten zitten als gevolg van werkzaamheden waarvan zij geen enkel voordeel hebben gehad. De aannemer is daarvoor aansprakelijk.

De casus

De opdrachtgever is sinds 2012 eigenaar van een perceel dat hij wil gebruiken om te ontwikkelen. Naast zijn perceel staat het pand uit 1843 van Henri Bloem, een groot- en detailhandel in wijnen met daarboven een bovenwoning. 

De opdrachtgever krijgt vergunning om op zijn perceel een winkel met appartementen te bouwen, inclusief een kelder. Voor het plaatsen van de kelder wordt aannemer MBS Kelderbouw ingeschakeld; gekozen wordt voor een zogenaamde afzinkkelder. 

De aannemer verricht veel voorwerk. Er worden allerlei rapporten en adviezen gebruikt, er wordt een uitvoerige opname gedaan van het pand van de buren (een nulmeting) en een bouwveiligheidsplan opgesteld. Er worden ook proefsleuven gegraven om de fundering van de buren in kaart te brengen. De aannemer vraagt ook tekeningen van de fundering van de buren op, maar krijgt die nog niet. De aannemer gaat niet over één nacht ijs: de voorbereiding neemt anderhalf jaar in beslag.

De kelder wordt gebouwd en er wordt begonnen met het afzinken ervan. Al snel gaat het mis: de kelder raakt een obstakel in de bodem en er komt een scheur in de kelderwand. De aannemer legt de werkzaamheden stil en schakelt haar CAR-verzekeraar in. 

De opdrachtgever wil echter door en geeft de aannemer de instructie om gewoon verder te gaan met het afzinken van de kelder. En zo gebeurt het. Er worden wat maatregelen getroffen en het afzinken gaat verder. Twee dagen later gaat verder het bergafwaarts: bij de buren schieten de scheuren in de vloer en barst er zelfs een etalageruit door de verzakking.

Tijdens het werk verzakt het pand van de buren verder. Zo ver dat de gemeente Eindhoven besluit om het pand van Henri Bloem te verzegelen: niemand mag er meer in totdat duidelijk is of dat veilig genoeg is. De aannemer mag intussen niet verder bouwen totdat er een deugdelijk plan ligt. 

Rechtbank en gerechtshof: aannemer niet aansprakelijk

De buren spreken de aannemer en opdrachtgever aan tot vergoeding van hun schade. Dat gaat onder meer om de vergoeding van gederfde inkomsten door de winkelsluiting, advieskosten, deskundigenkosten en verblijf in een hotel. Zij baseren dat op de inbreuk die de aannemer en de opdrachtgever maakten op hun eigendomsrecht, een onrechtmatige daad. Dat staat als volgt in de wet:

Artikel 162

1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.

2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.

3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

De rechtbank en het gerechtshof wijzen de claim af. Het gerechtshof maakt eerst duidelijk waarom er niet altijd aansprakelijkheid is voor schade als sprake is van inbreuk op een recht:

“Het hof stelt voorop dat een gedraging niet reeds onrechtmatig is vanwege het enkele feit dat zaaksbeschadiging zich voordoet en een (voorzienbaar) gevolg is van die gedraging. Vereist is dat de gedragingen die hebben geleid tot de zaaksbeschadiging kunnen worden gekwalificeerd als in strijd het met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.”

Het feit dat jouw handeling tot schade leidt bij een ander, maakt dus nog niet dat je aansprakelijk bent. Dan moet die handeling zelf ook onrechtmatig zijn, bijvoorbeeld omdat je je niet houdt aan wat een deskundig aannemer zou hebben gedaan (in het maatschappelijk verkeer betamelijk is).


Voorbeeld: een voorbeeld om het helder te maken. Op een feestje wordt per ongeluk een glas rode wijn omgestoten en het smetteloos witte tapijt is verknoeid. Er is schade omdat het tapijt verknoeid is, maar de veroorzaker is niet aansprakelijk als het ongeluk is. Het is niet onzorgvuldig (of: onrechtmatig) om rode wijn te drinken op een feestje.


Het verrichten van bouwwerkzaamheden is op zich niet onrechtmatig. Dan is er dus ook niet automatisch sprake van aansprakelijkheid als schade ontstaat bij derden door bouwwerkzaamheden. Voor aannemers geldt wel dat er een (ongeschreven) zorgvuldigheidsnorm is. Dat is wat in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dat gaat zowel om (i) de voorbereiding van het werk als (ii) de uitvoering van het werk. Daar toetst het gerechtshof het handelen van de aannemer aan. 

Hier was er een goede voorbereiding en de aannemer heeft adequaat gehandeld toen er problemen ontstonden. Het gerechtshof oordeelt daarom:

“De conclusie is gezien het voorgaande dat niet is komen vast te staan dat sprake is van onzorgvuldig handelen door Multi bij de uitvoering van haar werkzaamheden. Aangezien hiervoor in rov. 2.6.8. reeds is overwogen dat Multi bij de voorbereiding van haar werkzaamheden voldoende zorgvuldig heeft gehandeld, betekent dit dat geen sprake is van aansprakelijkheid van Multi jegens [holding c.s.] op grond van artikel 6:162 BW. De grieven van [holding c.s.] die zien op de aansprakelijkheid van Multi slagen dus niet.”

Er gingen dingen mis, maar er werd wel voldaan aan de plicht om zorgvuldig voor te bereiden en te werken. Er werd niet onrechtmatig gehandeld. De aannemer is dus niet aansprakelijk voor de schade. Dat betekent pech voor de buren. 

Hoge Raad bevestigt: aannemer wel aansprakelijk

De buren konden zich niet in deze uitspraak van het gerechtshof vinden en stapten naar de Hoge Raad voor cassatie.

In cassatie klagen de buren over twee onderwerpen. Eerste is dat het volgens hen niet klopt dat je niet altijd aansprakelijk bent als je eigendommen van een ander beschadigt. Daar is de Hoge Raad kort en krachtig over. Het gerechtshof heeft dat goed beoordeeld. De norm is en blijft dat je bij inbreuk op een recht niet altijd aansprakelijk bent doordat er schade is:

“Deze klacht faalt. Uit de wetsgeschiedenis van art. 6:162 BW blijkt dat van een inbreuk op een recht als bedoeld in art. 6:162 lid 2 BW niet reeds sprake is op grond van de enkele omstandigheid dat een gedraging letsel of zaaksbeschadiging als voorzienbaar gevolg heeft; een zodanige gedraging is in het algemeen alleen onrechtmatig als zij in strijd was met een norm van geschreven of ongeschreven recht die ertoe strekt letsel of zaaksbeschadiging te voorkomen. Het door onderdeel 1 bestreden oordeel van het hof is dus juist.”

Maar de buren hebben nog een klacht over het oordeel van het gerechtshof. Volgens hen kan het niet zo zijn dat een aannemer niet aansprakelijk is als er door de bouwwerkzaamheden schade ontstaat; ook niet als die zorgvuldig zijn voorbereid. Dat lijkt hetzelfde, maar is toch een iets ander argument. Hier gaat de Hoge Raad wel in mee. Hij oordeelt: 

“Uit hetgeen het hof in rov. 2.6.3 van zijn arrest heeft vastgesteld (zie hiervoor in 2.4) volgt dat aan de bouwwerkzaamheden van Multi een aanmerkelijk risico verbonden was dat aan het pand van [eiseres 1] schade zou worden toegebracht, ook indien maatregelen ter voorkoming van schade werden getroffen en de werkzaamheden zorgvuldig werden uitgevoerd. Waar dit risico zich vervolgens heeft verwezenlijkt, kan niet zonder meer worden aanvaard dat [eiseressen] de daardoor veroorzaakte schade dienen te dragen. Hierbij is van belang dat de werkzaamheden in het belang van (de opdrachtgever van) Multi werden uitgevoerd en voor [eiseressen] geen voordeel opleverden, dat de schade van [eiseressen] niet zonder meer behoort tot hetgeen door een derde in het maatschappelijk verkeer moet worden geduld bij bouwwerkzaamheden van een ander, en dat het veeleer op de weg van Multi lag om zich tegen aansprakelijkheid voor het toebrengen van schade aan derden te verzekeren. Het uitvoeren van deze werkzaamheden door Multi met schade aan het pand van [eiseres 1] tot gevolg, kan daarom een onrechtmatige daad opleveren die verplicht tot vergoeding van de schade die daarvan het gevolg is.

De onderdelen slagen dan ook voor zover zij klagen dat het hof heeft miskend dat ook wanneer Multi bij de voorbereiding en uitvoering van de bouwwerkzaamheden voldoende maatregelen heeft getroffen ter voorkoming van schade aan zaken van derden en de werkzaamheden op zorgvuldige wijze heeft uitgevoerd, zij aansprakelijk kan zijn voor de schade die [eiseressen] door de bouwwerkzaamheden hebben geleden.” [onderstreping P&B]

Dit oordeel van de Hoge Raad lijkt haaks te staan op de zorgvuldigheidsnorm bij inbreuk op een recht. Daarvan werd in het vorige citaat nog gezegd dat als je je daaraan houdt, er geen aansprakelijkheid is. Waarom gaat de Hoge Raad dan toch om? De Hoge Raad gaat niet echt om. Het begint met het oordeel van de Hoge Raad dat aan de werkzaamheden een duidelijk risico verbonden was, ook als alles (heel) goed voorbereid werd en de werkzaamheden zorgvuldig werden uitgevoerd. Schade was simpelweg niet uit te sluiten. 

Als de kans op schade op voorhand niet uit te sluiten is door het risico en/of de complexiteit kunnen op zich rechtmatige werkzaamheden toch leiden tot aansprakelijkheid. Wij zien daarvoor drie argumenten van de Hoge Raad: (i) buren hebben niet gevraagd om dit soort risico’s en hebben er geen baat bij; (ii) dit is niet was je verwacht als je eigenaar bent van een pand en (iii) de schade is verzekerbaar (of zou verzekerd moeten zijn). Dan is het onrechtvaardig om buren schade te laten zitten, aldus de Hoge Raad.

Breuk met het verleden, risicoaansprakelijkheid?

Dit oordeel van de Hoge Raad lijkt een breuk met het verleden. Want met deze redenering is zorgvuldige voorbereiding en uitvoering niet meer genoeg. Ook als je voldoet aan de zorgvuldigheidsnorm kun je aansprakelijk zijn voor schade. 

Toch is dit in strikte zin geen risicoaansprakelijkheid. Er staat namelijk dat de aannemer aansprakelijk kan zijn. Risicoaansprakelijkheid wil zeggen dat je aansprakelijk bent als een risico zich verwezenlijkt. Als A, dan B. De Hoge Raad gaat niet zover. De Hoge Raad koppelt de aansprakelijkheid aan het nemen van een welbewust en gecalculeerd risico. Je begeeft je dan willens en wetens in een grijs gebied en dat kan onrechtmatig zijn. Het blijft dus afhankelijk van het handelen van de aannemer. Dus de Hoge Raad houdt vast aan de lijn dat het gaat om schuldaansprakelijkheid. De handeling zelf moet onrechtmatig zijn.

Eigenlijk zegt de Hoge Raad: als u ondanks aanmerkelijke risico’s gaat bouwen, neemt u – ook met zorgvuldige voorbereiding – een risico dat er schade ontstaat. U mag zo’n risico nemen, maar dat kan onzorgvuldig zijn en rechtvaardigt dat degene die schade lijdt wordt gecompenseerd. En omdat het zo risicovol is kun je zelf bedenken dat er voor dat specifieke geval een verzekering moet worden afgesloten. Als je naar de concrete casus kijkt, is dit een rechtvaardige uitkomst. De buren hebben niet om de kelder en/of schade gevraagd. Dan is het fair als dat wordt vergoed. 

Deze regel is wel heel afhankelijk van de feiten in het dossier. Want wat was voorzienbaar? Welke risico’s zijn acceptabel? Wat kon de aannemer wel/niet verwachten? Hier leek het obstakel in de grond ook niet verwacht te zijn terwijl er toch wel degelijk goede voorbereiding was.

Belangrijk is wel dat we hier nog niet weten hoe het nu afloopt voor de buren. De Hoge Raad oordeelt niet dat de aannemer hier aansprakelijk is. Daar moet een ander gerechtshof nu over gaan oordelen. Het is dus nog steeds de vraag of in dit specifieke geval de aannemer teveel risico nam en de buren hun schade vergoed krijgen.

Wat betekent dit voor de praktijk?

De vraag is nu natuurlijk wat je met dit arrest van de Hoge Raad kunt in de praktijk. Wat moet je wel/niet doen in de praktijk?

  1. Het is nog steeds niet zo dat de aannemer nu altijd aansprakelijk is. De Hoge Raad lijkt dit nog te beperken tot werkzaamheden die ondanks zorgvuldige voorbereiding risicovol blijven. Het lijkt dus te gaan om bijzondere gevallen waarbij sprake is van een bijzonder risico;
  2. Zorgvuldige voorbereiding van het werk blijft cruciaal. Dus bijvoorbeeld onderzoek naar de draagkracht van de bodem, het opvragen van bouw- en constructietekeningen en het maken van een veiligheidsplan;
  3. Zorgvuldige uitvoering van het werk blijft ook cruciaal. Een veiligheidsplan in de la helpt je niet. Laten zien dat je het gebruikt wel;
  4. Check de CAR verzekering en kijk of ook schade veroorzaakt aan de eigendommen van derden verzekerd is.
  5. In de Bouwend Nederland Integraal Polis is een specifieke regeling opgenomen voor dit soort gevallen. Er is dan uitgebreidere dekking als op voorhand een onafhankelijke riskcontroller wordt ingezet. Bij risicovolle projecten kan dat na deze uitspraak nuttig zijn.

 

Het arrest van de Hoge Raad 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:17 kunt u hier lezen.

Post & Bouter Advocaten in Barneveld
Bouwrecht
Aansprakelijkheidsrecht
Bouw & Vastgoed

* de afbeelding bij deze blog is afkomstig van deze bron.

Deel deze blog