Background Image

krachtig in de zaak

soepel in de vorm

Werken bij een buitenlands bedrijf. Welk arbeidsrecht is van toepassing?

Het komt vaker voor dan je denkt. Een Nederlandse werknemer die in dienst is van een buitenlands bedrijf. Het kan om een volledig buitenlands bedrijf gaan. Maar ook om een Nederlands bedrijf die in het buitenland een bedrijf heeft opgericht of overgenomen. Als de werknemer bij zo’n bedrijf gaat werken en zijn salaris krijgt, is er niets aan de hand. Vaak ontstaan de problemen pas als er niet of niet volledig wordt betaald. Of als het buitenlandse bedrijf je ineens op straat zet. Kan de werknemer dan een beroep doen op het Nederlands arbeidsrecht?

Uitgangspunt = rechtskeuze
De eerste vraag is of de werkgever en de werknemer in de arbeidsovereenkomst een rechtskeuze hebben gemaakt. Een rechtskeuze betekent dat er in het contract staat welk recht van toepassing is. Vaak staat in arbeidsovereenkomst wel een artikel in de trant van: “Op deze arbeidsovereenkomst is Nederlands recht (of Duits, Engels, etc.) van toepassing.”.

Uitzondering = bescherming van dwingend recht
Stel dat er een rechtskeuze is gemaakt in een overeenkomst, dan is daarmee de keuze nog niet definitief. Volgens artikel 8 lid 1 van de Rome I Verordening mag een rechtskeuze er namelijk “niet toe leiden dat de werknemer de bescherming verliest welke hij geniet op grond van bepalingen waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken op grond van het recht dat (…) toepasselijk zou zijn geweest bij gebreke van een rechtskeuze.”.

Hoe kies je dan?
Als er geen rechtskeuze is gemaakt, dan moet je gaan kijken welk recht van toepassing is. Artikel 8 lid 2 van de Rome I Verordening geeft aan dat dan het recht van toepassing is “van het land waar of, bij gebreke daarvan, van waaruit de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht”. Je kijkt dus waar de werknemer werkt of van waaruit (bijv. zijn woonhuis) de werknemer werkt.

Kennelijk nauwere band?
Stel dat een Nederlandse werknemer in Nederland zijn werk verricht voor een Duits bedrijf. Dan kun je dus zeggen dat Nederlands recht van toepassing is. Maar in artikel 8 lid 4 van de Rome I Verordening staat nog een laatste check. De check van de kennelijk nauwere band. Als uit alle omstandigheden blijkt dat de arbeidsovereenkomst toch een kennelijk nauwere band heeft met – in ons voorbeeld – Duitsland, dan is toch het Duits recht van toepassing.

Hoe stel je nu vast of er een kennelijk nauwere band is met het ene land dan met het andere land? Op 29 mei 2020 kwam er een arrest van de Hoge Raad hierover.

Turistik Hava – Corendon Airlines
In deze zaak ging het om het Turkse bedrijf Turistik Hava. Dit bedrijf verzorgt onder de naam Corendon Airlines passagiersvluchten, onder meer tussen Nederland en Turkije. Er was een copiloot die bij Turistik Hava in dienst was. De copiloot woont in Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit. In de arbeidsovereenkomst was een rechtskeuze gemaakt voor Turks recht. De copiloot werd ontslagen. Hij vocht zijn ontslag aan naar Nederlands recht.

Nederlands recht
De kantonrechter en het gerechtshof waren beiden van oordeel dat op grond van artikel 8 lid 2 van de Rome I Verordening het Nederlands recht van toepassing was. In de arbeidsovereenkomst stond duidelijk dat de standplaats van de werknemer Amsterdam was. Toch ging Turistik Hava in cassatie bij de Hoge Raad.

Waarom in cassatie?
Waarom ging Turistik Hava in cassatie? Vanwege de discussie over de kennelijk nauwere band. Turistik Hava vond dat het gerechtshof bij het oordeel dat er geen kennelijk nauwere band was met Turkije, geen rekening heeft gehouden met alle omstandigheden die door Turistik Hava waren aangevoerd. Zo had Turistik Hava onder meer aangevoerd:

  • De copiloot bestuurde alleen vliegtuigen van Turistik Hava, die allemaal zijn ingeschreven in Turkije;
  • De copiloot was in het bezit van een door de Turkse staat uitgereikte vliegbevoegdheid;
  • Turistik Hava is als Turkse luchtvaartmaatschappij verplicht om Turks recht overeen te komen met bestuurders van vlieguitgen;
  • Zonder een Turks contract mogen piloten geen Turkse vliegtuigen besturen;
  • De copiloot had een Turkse werkvergunning;
  • De medische keuringen van de copiloot vonden plaats in Turkije.

De Hoge Raad geeft een kader
In het arrest geeft de Hoge Raad eerst het bekende kader aan de hand waarvan je kunt vaststellen of er een kennelijk nauwere band is met het ene land dan met het andere land. Volgens de Hoge Raad heeft de rechter:

“rekening te houden met alle factoren die de arbeidsbetrekking kenmerken. Belangrijke factoren zijn in welk land de werknemer belastingen en heffingen op inkomsten uit arbeid betaalt, en in welk land hij is aangesloten bij de sociale zekerheid en de verschillende pensioen-, ziektekostenverzekerings- en invaliditeitsregelingen. Bovendien dient de rechter rekening te houden met alle omstandigheden van de zaak, zoals met name de criteria betreffende de vaststelling van het salaris en de andere arbeidsvoorwaarden”.

Wat betekent dit van Turistik Hava?
De Hoge Raad paste dat kader toe op de zaak van Turistik Hava. Volgens de Hoge Raad heeft het gerechtshof wel een paar omstandigheden van Turistik Hava genoemd. Maar het gerechtshof heeft nagelaten om kenbaar in zijn beoordeling te betrekken hetgeen Turistik Hava heeft aangevoerd.

Het hof heeft dus verzuimd om voldoende kenbaar in zijn beoordeling te betrekken enkele van de factoren en omstandigheden waaraan bij de toepassing van de uitzonderingsbepaling van art. 8 lid 4 Verordening Rome I belangrijke betekenis toekomst en waarmee de rechter rekening moet houden (…)”.  

De uitspraak van het gerechtshof in Amsterdam werd vernietigd. De zaak moet nu door het gerechtshof in Den Haag worden behandeling om definitief te worden beslist. Daarbij zal het gerechtshof in Den Haag het kader van de Hoge Raad moeten toepassen.

Neem het serieus
De copiloot en Turistik Hava moeten nog even geduld hebben om te weten met welk land er een kennelijk nauwere band bestaat. Een procedure die eind 2016 begon is dus nog steeds niet afgelopen. Bij de beoordeling van de vraag welk recht van toepassing is, moet artikel 8 lid 4 van de Rome I Verordening serieus genomen worden. Dat was al bekend. Deze uitspraak van de Hoge Raad onderstreept het.

Het arrest van de Hoge Raad van 29 mei 2020 in de zaak van Turistik Hava (Corendon Airlines) kunt u hier lezen.

 

Post & Bouter Advocaten in Barneveld
Arbeidsrechtadvocaat
Arbeidsrecht

Deel deze blog