Background Image

krachtig in de zaak

soepel in de vorm

Zekerheden – de particuliere borgtocht

Als je geld aan iemand anders uitleent dan is het hele idee van de lening dat dit geld ook weer een keer wordt terugbetaald. De partij die geld uitleent, bedingt in de overeenkomst van geldlening regelmatig één of meer zekerheidsrechten. Denk bijvoorbeeld aan het vestigen van een hypotheekrecht of een pandrecht. Een ander zekerheidsrecht is de borgtocht. In deze bijdrage zoomen we in op de particuliere borgtocht, de vereisten en hoe daar in een recente uitspraak over werd geoordeeld.

Geldlening niet terugbetaald

In deze zaak ging het om iemand die € 50.000,- leende aan een B.V. De gelduitlener werkte als werknemer in de slagerij van X. Die X noemen we voor het leesgemak de slager. De slager was niet alleen slager maar belegde ook in vastgoed. Op 27 december 2018 leende de gelduitlener € 50.000,- aan een B.V. onder de afspraak dat het geld 1 februari 2019 weer zou zijn terugbetaald met een rentevergoeding van € 5.000,-. De B.V. betaalde het geld niet terug. 

Slager voelt zich verantwoordelijk

Er werd een aanvullende afspraak gemaakt dat de lening dan een maand later mocht worden terugbetaald en als dat niet gebeurde kost dat € 1.000,- boete. Er werd niet betaald. De slager voelt zich verantwoordelijk richting zijn medewerker die het geld had uitgeleend. Die medewerker vroeg nog aan de slager wanneer de B.V. het geld nu eindelijk eens zou terugbetalen. Daarop stuurde de slager een appje naar de gelduitlener waarin stond: 

“(…) als hij binnen 2 weken niet-betaald betaal ik alles terug. Met vergoeding.”.

Gelduitlener gaat de slager dagvaarden

De B.V. ging failliet. De gelduitlener sprak de slager aan. De slager betaalde niet. Daarop werd de slager gedagvaarding. De eerste stelling van de gelduitlener was dat de slager zich borg had gesteld. Via het WhatsApp-berichtje is er een overeenkomst van borgtocht gesloten. 

Juridisch kader – particuliere borgtocht

Eerst naar het juridisch kader over de particuliere borgtocht. In de wet staat daar meer over beschreven. Het begint bij artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek (BW) en daar staat: 

Artikel 7:850 lid 1 BW

1. Borgtocht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de borg, zich tegenover de andere partij, de schuldeiser, verbindt tot nakoming van een verbintenis, die een derde, de hoofdschuldenaar, tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen.”.

Dan volgt artikel 7:857 BW en dit artikel vormt het begint van wat specifieke bepalingen over de particuliere borgtocht. Dit artikel benoemt:

Artikel 7:857 BW

De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op borgtochten die zijn aangegaan door een natuurlijk persoon die noch handelde in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, noch ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, waarvan hij bestuurder is en alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid der aandelen heeft.”.

Na deze bepaling volgen dan artikelen met beschermende bepalingen voor de particuliere borg (dus iemand die zich borg stelt vanuit de privésituatie). Twee voorbeelden:

Artikel 7:858 lid 1 BW

1. Indien het bedrag van de verbintenis van de hoofdschuldenaar op het tijdstip van het aangaan van de borgtocht niet vaststaat, is de borgtocht slechts geldig, voor zover een in geld uitgedrukt maximum-bedrag is overeengekomen.”

Artikel 7:859 lid 1 BW

1. Tegenover de borg wordt de borgtocht slechts door een door hem ondertekend geschrift bewezen.”

Terug naar de zaak van de gelduitlener en de slager. 

Geen overeenkomst van borgtocht

De slager betwist dat er een overeenkomst van borgtocht is gesloten. Een belangrijk artikel in de procedure werd artikel 7:859 lid 1 BW. De slager stelde dat er geen ondertekend geschrift is. Als het al een borgtocht zou zijn, dan handelde de slager in privé en dus moet er wel voldaan worden aan artikel 7:859 BW. 

De gelduitlener stelde in dat verband nog dat het WhatsApp-berichtje duidelijk was. De rechtbank oordeelde daar anders over (rechtsoverweging 4.3 en 4.4):

“(…) Die stelling slaagt niet, omdat een Whatsappbericht niet kan worden gelijkgesteld aan een ondertekend geschrift. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat een telegram of telexbericht niet kwalificeert als een getekend geschrift en de rechtbank ziet op dit punt geen relevant onderscheid met een Whatsappbericht, dat in feite een moderne vorm is van dergelijke eenzijdige correspondentie.

De achtergrond van het vereiste van een ondertekend geschrift is gelegen in de bescherming van de particuliere borgsteller, om te voorkomen dat die zich te gemakkelijk borg stelt zonder daarvan de gevolgen goed te kunnen overzien. De wetgever vraagt met artikel 7:859 BW een zekere bezinning van de particuliere borgsteller. Juist die bezinning ontbreekt hier: [gedaagde] heeft in een Whatsappbericht toegezegd borg te willen staan, maar zonder dat de randvoorwaarden (zoals de vergoeding voor [gedaagde] ) tussen partijen duidelijk zijn afgesproken en zonder dat de afspraken op papier zijn gezet en zijn ondertekend. Om die reden verdient [gedaagde] hier als particulier bescherming. Dit betekent dat het bestaan van de borgtochtovereenkomst niet wordt bewezen door de Whatsappberichten van 29 maart 2019.”.

Ook andere argumenten die de gelduitlener aanvoerde hielpen hem niet. De slager hoeft niets aan de gelduitlener te betalen. 

Wat kun je met deze uitspraak?

In deze zaak kan er een discussie gevoerd worden of de slager met zijn appjes een overeenkomst sloot met de gelduitlener. Was dat een overeenkomst? Een toezegging? Dat maakt ook niet uit. De uitspraak maakt in ieder geval weer duidelijk:

  1. Als er zekerheden gewenst zijn bij bijv. een geldlening, zorg dan dat het gelijk bij het sluiten van de overeenkomst wordt gedaan;
  2. Let op of de partij die zich borg wil stellen dit doet vanuit de uitoefening van een beroep of bedrijf of als particulier;
  3. Als een particulier zich borg stelt en dit niet te maken heeft met de uitoefening van beroep of bedrijf, let dan op de specifieke bepalingen van de particuliere borgtocht.

De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht van 19 juni 2024 (ECLI:NL:RBMNE:2024:3871) kunt u hier lezen

Post & Bouter Advocaten in Barneveld
Ondernemingsrecht
Contract & zekerheden

Deel deze blog