Background Image

Slagvaardig

en betrokken

De Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden en de gevolgen voor het Nederlandse arbeidsrecht (deel 4) – uitbreiding van de informatieplicht van de werkgever

Op 1 augustus moet Nederland de Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden hebben vertaald in onze eigen wetgeving. Op 19 april 2022 stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel. We gaan concreet in op het wetsvoorstel en de (mogelijke) gevolgen daarvan voor het Nederlandse arbeidsrecht. 

Dit is deel 4 en gaat over de informatieplicht van de werkgever.

Artikel 4 van de richtlijn
Artikel 4 van de richtlijn gaat over de informatieplicht van de werkgever. Landen moeten ervoor zorgen dat werkgevers worden verplicht hun werknemers informatie te bieden over de belangrijkste aspecten van de arbeidsrelatie. 

Nederland kent artikel 7:655 BW
In ons arbeidsrecht hebben we artikel 7:655 BW waarin de informatieplicht van de werkgever staat. Hier staat in welke gegevens de werkgever verplicht aan de werknemer moet verstrekken. Denk bijvoorbeeld aan:
-    Naam en woonplaats van partijen
-    Tijdstip van indiensttreding
-    De duur van de overeenkomst
-    Het loon en de termijn van uitbetaling
-    De gebruikelijke arbeidsduur
Vaak worden deze gegevens gewoon opgenomen in de arbeidsovereenkomst. Maar artikel 4 van de richtlijn is ruimer. Er moet dus in ons arbeidsrecht iets meer worden vastgelegd dan nu het geval is. 

Wat wil Nederland? Een uitbreiding van artikel 7:655 BW 
In het wetsvoorstel dat nu bij de Eerste Kamer ligt is een uitbreiding van artikel 7:655 BW opgenomen. Het idee is om bij lid 1 van het artikel meer punten toe te voegen. Wat dan precies? 


1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na “verricht” ingevoegd “en indien de arbeid niet op een vaste plaats of niet hoofdzakelijk op een vaste plaats wordt verricht, de vermelding dat de werknemer zijn arbeid op verschillende plaatsen verricht of vrij is zijn werkplek te bepalen”.

2. In het eerste lid, onderdeel e, wordt na “is gesloten,” ingevoegd “de einddatum of”. 

3. Het eerste lid, onderdeel f, komt te luiden: f. de aanspraak op vakantie of ander betaald verlof waarop de werknemer recht heeft of de wijze van berekening van die aanspraken.

4. Het eerste lid, onderdeel g, komt te luiden:

a. de procedure, met inbegrip van de vereisten en de opzegtermijnen, die de werkgever en de werknemer in acht moeten nemen indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, of, indien de duur van de opzegtermijnen op het moment waarop de informatie wordt verstrekt niet kan worden aangegeven, de wijze waarop die opzegtermijnen worden vastgesteld;

5. In het eerste lid, onderdeel h, wordt “en de termijn van uitbetaling alsmede,” vervangen door “, met inbegrip van het aanvangsbedrag, de afzonderlijke bestanddelen ervan, de wijze en frequentie van uitbetaling en”. 

6. Het eerste lid, onderdeel i, komt te luiden:

a. indien de tijdstippen waarop de arbeid door de werknemer moet worden verricht:

i. geheel of grotendeels voorspelbaar zijn, de duur van de normale dagelijkse of wekelijkse arbeidstijd en regelingen in verband met arbeid buiten de normale dagelijkse of wekelijkse arbeidstijd en het loon daarvoor en, in voorkomend geval, alle regelingen over het wisselen van diensten; of 
ii. geheel of grotendeels onvoorspelbaar zijn:

1. het beginsel dat de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht variabel zijn, het aantal gewaarborgde betaalde uren en het loon voor arbeid verricht boven op die gewaarborgde uren; 
2. de dagen en uren waarop de werknemer kan worden verplicht om arbeid te verrichten; en 
3. de termijnen die op grond van artikel 628b, lid 3, van toepassing zijn.

7. In het eerste lid, onderdeel k, wordt “dan een maand” vervangen door “dan vier aaneengesloten weken” en het woord “mede” vervangen door “het land of de landen waar de arbeid moet worden verricht en”.

8. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel o, door een puntkomma, worden de volgende onderdelen ingevoegd:

p. in het geval van een uitzendovereenkomst, de identiteit van de inlenende onderneming, indien en zodra deze bekend is; 
q. indien van toepassing, de duur en voorwaarden van de proeftijd; 
r. indien van toepassing, het door de werkgever geboden recht op scholing; 
s. voor zover de werkgever hiervoor verantwoordelijk is, de identiteit van de socialezekerheidsinstellingen die de sociale bijdragen in het kader van de arbeidsrelatie ontvangen en bescherming op het gebied van sociale zekerheid aangeboden door de werkgever.

9. Het tweede lid komt te luiden:

2. Voor zover de gegevens, bedoeld in lid 1, onderdelen a tot en met j, n, o en p, zijn vermeld in een schriftelijk aangegane arbeidsovereenkomst, kan vermelding achterwege blijven. Voor zover de gegevens, bedoeld in lid 1, onderdelen f tot en met i, k en q tot en met s, zijn vermeld in een toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, kan worden volstaan met een verwijzing naar deze overeenkomst of regeling.

10. De eerste zin van het derde lid komt te luiden: De werkgever verstrekt de gegevens, bedoeld in lid 1, onderdelen a tot en met e, h, i en q, uiterlijk een week na aanvang van de werkzaamheden en de overige in lid 1 bedoelde gegevens binnen een maand na aanvang of zoveel eerder als de overeenkomst eindigt.

11. De vijfde zin van het derde lid komt te luiden: Wijziging in de gegevens wordt zo snel mogelijk, doch uiterlijk op de dag waarop de wijziging van kracht wordt, aan de werknemer verstrekt in de vorm van een schriftelijke of elektronische opgave, tenzij de wijziging voortvloeit uit wijziging van een wettelijk voorschrift, collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, waarnaar is verwezen op grond van lid 2. 

12. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde tot en met tiende lid tot vierde tot en met negende lid. 

13. In het vijfde lid (nieuw) wordt “De leden 1 tot en met 5” vervangen door “De leden 1 tot en met 4”. 

14. In het zesde lid (nieuw) wordt “Indien lid 6 van toepassing is” vervangen door “Indien lid 5 van toepassing is”.

15. In het zevende lid (nieuw) wordt na “kan worden opgeslagen” ingevoegd “en afgedrukt” en wordt een zin toegevoegd, luidende: De werkgever bewaart een bewijs van overdracht of ontvangst. 

16. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

10. In afwijking van lid 3 worden de gegevens, bedoeld in lid 1, die betrekking hebben op een arbeidsovereenkomst die op het moment van inwerkingtreding van de Wet implementatie EUrichtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden geldt, door de werkgever verstrekt of aangevuld binnen een maand na een daartoe strekkend verzoek van de werknemer. 
11. De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend.”


Waarom moet dit zo uitvoerig? 

Dit was een hele lijst. Het is duidelijk dat de informatieverplichting voor de werkgever uitgebreider wordt. Waarom moet dat? Het is belangrijk om de achtergrond van de richtlijn niet te vergeten. Deze nieuwe punten hebben te maken “met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, met name met de toename van atypische vormen van werk.”. 

Het zal dus met name spelen bij werknemers die geen vaste werkplek hebben of waarbij er bijv. sprake is van een onvoorspelbaar werkpatroon. 

Direct van toepassing
De richtlijn geeft geen ruimte voor overgangsrecht. Dit betekent dat als artikel 7:655 BW per 1 augustus 2022 zo komt te luiden zoals het voorstel nu is, dan is dat wetsartikel per direct geldend. 

Wat betekent dit nu concreet? 
Hierboven hebben we een uitvoerig citaat gegeven van de wettekst zoals het moet gaan luiden. Wat valt hier nu concreet over te schrijven? In feite één concreet advies:

Lees de lijst met wijzigingen één keer goed en aandachtig door. Kijk of die nieuwe punten voor uw organisatie of uw medewerkers van toepassing zijn. Als dat zo is, voeg je die informatiepunten toe in het model arbeidsovereenkomst en is het geregeld. 

Het wetsvoorstel zoals dat in november 2021 naar de Tweede Kamer is gestuurd kunt u hier lezen. Op 19 april 2022 stemde de Tweede Kamer in met het voorstel. 

Onze eerdere bijdragen over nevenwerkzaamheden en studiekosten leest u hier.

Post & Bouter Advocaten in Barneveld
Arbeidsrechtadvocaten
Arbeidsrecht

Deel deze blog